Premie Pensioen Instelling
PPI
Een werkgever heeft ook nog de mogelijkheid om de pensioenregelingen bij een premie pensioen instelling (PPI) onder te brengen. Het geld dat de werkgever namens de werknemer op een rekening stort, wordt door het bedrijf waar de PPI is afgesloten belegd. De werkgever kan zelf kiezen voor een hoog of laag risicoprofiel. Het grootste verschil tussen een PPI en een pensioenfonds is dat een fonds het geld, dat nu door werknemers wordt gestort, voor een groot deel gebruikt om de pensioenen aan gepensioneerden uit te keren. De PPI gebruikt deze methode echter niet, waardoor de werknemer in feite voor zichzelf spaart en zo dus niet met de vergrijzing en dergelijke te maken krijgt. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten relatief laag, waardoor de PPI relatief goedkoop is. De nadelen van een PPI zijn echter dat het uiteindelijke pensioenbedrag niet vaststaat, aangezien het geld wordt belegd en hierna moet worden gebruikt om een levenslange pensioenverzekering mee te kopen. Daarnaast is de medewerker niet verzekerd voor een nabestaandenpensioen of een arbeidsongeschiktheidspensioen.
Kenmerken PPI Pensioen
Premie pensioen instelling voert beschikbare premieregelingen uit, dit kan door te sparen of te beleggen. Een van de kenmerken van het PPI pensioen is dat de deelnemer individueel pensioenkapitaal opbouwt. De deelnemer die dit individueel pensioenkapitaal opbouwt loopt zelf het renterisico en het beleggingsrisico. Bij deze vorm van pensioen is er geen zekerheid over de opbrengt van zijn beleggingen en sparingen. De hoogte van het uiteindelijke pensioen zal dan ook onzeker zijn. Met het opgebouwde pensioenkapitaal van het PPI koopt de pensioengerechtigde aan het begin van zijn pensioendatum een pensioenuitkeringen bij een verzekeraar.